Wilde Konijnen

Algemeen

Het wilde konijn leeft in grote groepen in een uitgebreid gangenstelsel. Het konijnenhol wordt meestal aangelegd in een heuvel of een andere helling, als een duin. Het wilde konijn is eigenlijk een opportunist, want bij gebrek aan zo’n helling of heuvel gebruikt hij maar wat graag de ruimte onder een woning of schuur. Ook hopen puin of zand zijn favoriete plekken om holen in te graven. De ingang heeft doorgaans een diameter van tien tot vijftig centimeter.  Konijnen wagen zich zelden verder dan 400 meter van het hol af.

Bij lage dichtheden leeft het konijn in paarverband, bij hoge dichtheden in groepen van ongeveer twintig volwassen dieren en hun jongen. Binnen zo'n groep vormen zich subgroepjes, bestaande uit één tot vijf mannetjes en één tot zes vrouwtjes. Zo'n subgroepje heeft zijn eigen graasplek, die hij meestal verdedigt tegen andere dieren. Binnen een groep heerst een, waarbij de dominante dieren de beste nesten betrekken, vlak bij het centrum van de kolonie.
Konijnen zijn heel kwetsbaar voor ziekten en dan vooral voor myxomatose en rabbit haemorrhagic disease (RHD), twee virusziekten. Als een konijn zo'n ziekte eenmaal heeft, is het meestal niet meer te redden.

Schade

Konijnen veroorzaken vraatschade aan granen, maïs, peulvruchten, gras, groenten en bloemen. Daarnaast richten ze ook schilschade aan fruit, bosbouw, boomteelt en graafschade in grasland.

Preventieve maatregelen

Bij overlast kan het konijn door de inzet van visuele middelen, zoals nabootsing roofvogel worden verjaagd. Ook akoestische middelen zoals schriklint/koord werken verjagend. In de regel zal dit slechts een zeer tijdelijke oplossing zijn. In de praktijk is gebleken dat er al snel een gewenning optreedt bij de dieren. Smeer- en spuitmiddelen kunnen worden ingezet om vraatschade aan jonge koolplantjes, knoppen en bast te voorkomen. Dit kan evenwel negatief werken ten op zichte van de consumptie of afzet mogelijkheden van de betreffende producten.
Konijnenwerende rasters zijn zeer effectief om het konijn van bepaalde percelen te weren (zie de handreiking faunaschade van het Faunafonds). Dat niet alle terreinen zich hiervoor lenen en dat het afrasteren behoorlijk prijzig kan worden voor de grondgebruiker zal duidelijk zijn.
MWFaunazorg adviseert u graag over de preventieve methodes die u het beste kunt inzetten.

Mogelijkheden beheer en schadebestrijding

Konijnen staan op de Landelijke vrijstellingslijst en kunnen  beheerd kunnen worden van zonsopkomst tot zonsondergang. De grondgebruiker mag konijnen doden of laten doden, echter alleen wanneer er sprake is van schade. Toegestane middelen zijn – onder voorwaarden - het geweer, fretteren, jachtvogels, konijnenkastvallen – en vangpijpen.

 

Ontheffing

Konijnen zijn nachtactieve dieren en het gebeurt niet zelden dat zij zich overdag in het geheel niet laten zien. Zij verblijven dan in de bouw.

Sommige provincies verlenen daarom via de Fauna Beheer Eenheid (FBE)  – op aanvraag – ontheffing om vanaf een uur voor zonsopkomst tot een uur na zonsondergang het konijn te bejagen met gebruik van een geweer. Veelal worden daar diverse voorwaarden aan verbonden in de vorm van aan te wenden preventieve middelen.

MWFaunazorg  beschikt over de nodige ervaring en kennis op het gebied van een professionele konijnenbestrijding Neemt u eens vrijblijvend contact met ons op.